Afscheidsinterview Mirjam van Rijn
Als Rotterdammer in hart en nieren was Mirjam van Rijn er vanaf het begin bij: ze speelde een sleutelrol in de opbouw van het Social Impact Fonds (SIF) Rotterdam. Na jarenlange ervaring bij de gemeente leerde ze de kracht én de beperkingen van de overheid kennen, vooral bij grote stedelijke uitdagingen. Bij SIF Rotterdam zag ze de kans om een verschil te maken — door impactvolle ondernemingen te ondersteunen met investeringen en programma’s die cruciale doelgroepen bereiken. Binnen het team richtte Mirjam zich vooral op die programma’s. Tegelijkertijd bouwde ze aan Team Toekomst, een stichting die nu zo hard groeit dat het tijd is om zich daar volledig op te focussen. Daarom neemt ze afscheid van SIF Rotterdam. Samen kijken we terug op haar reis bij SIF Rotterdam en de impact die ze heeft gemaakt.
Hoe zou je jouw reis bij het fonds in één woord of zin samenvatten?
Mijn tijd bij SIF Rotterdam had voor mij iets baanbrekends: ik ontdekte dat het anders kan, en we hebben een werkend perspectief ontwikkeld op hoe we dingen dan anders én effectiever kunnen organiseren. We lezen en ervaren allemaal dat het systeem op veel fronten vastloopt, maar is er een alternatief? Mijn periode bij SIF Rotterdam heeft dat laten zien: het kan (en moet, naar mijn mening) anders als we echt ervoor willen zorgen dat iedere Rotterdammer zijn of haar talenten kan realiseren en mee kan doen.
Wat zijn volgens jou de belangrijkste mijlpalen die je hebt bereikt tijdens je tijd bij het fonds? En zijn er specifieke projecten of initiatieven waar je bijzonder trots op bent?
De belangrijkste mijlpaal is wat mij betreft het neerzetten en starten van het fonds – het geloof was er, en we hebben het werkelijkheid gemaakt. Wat dit extra bijzonder maakte, was de diverse groep mensen die vanuit compleet verschillende invalshoeken samenkwam met de gedeelde overtuiging dat ‘het anders moet’.
Een andere belangrijke mijlpaal was wat mij betreft de samenwerking met de gemeente Rotterdam, zowel op financieel vlak – doordat zij investeerden – als op inhoudelijk niveau. Niet alleen erkenden zij de noodzaak van verandering, maar ze zagen ook in dat het daadwerkelijk anders kón. Dit gezamenlijke inzicht heeft geleid tot de succesvolle implementatie van prestatiecontracten, waarmee we de businesscase van impactondernemers konden versterken en hen een blijk van erkenning geven voor de impact die zij maken.
Welke uitdagingen ben je tegengekomen, en hoe ben je daarmee omgegaan?
We bouwden voort op innovatie na innovatie: van het opzetten van een sociaal investeringsfonds met steun van vermogensfondsen in de stad tot het koppelen van een sterke inhoudelijke agenda die verder ging dan alleen financieel investeren in sociale ondernemingen. Daarnaast introduceerden we prestatiecontracten.
Wat SIF Rotterdam doet is echt vernieuwend, zeker binnen de gemeentelijke context. Voor ambtenaren was het vaak moeilijk te bevatten dat dit soort oplossingen daadwerkelijk mogelijk waren. We lieten zien hoe het anders kon en kwamen met concrete oplossingen, welke binnen hun huidige werkwijze niet vanzelfsprekend waren. Het kostte tijd voordat ze inzagen dat ze met ons model een aanvullend instrument in handen hebben dat ze konden inzetten voor nog meer Rotterdammers.
Zijn er samenwerkingen of relaties die je in het bijzonder bij zullen blijven?
Hoe wij als team functioneerden zal me altijd bijblijven. Natuurlijk schuurde het soms tussen rendement enerzijds en impact anderzijds – dat hoort erbij – maar juist door die dynamiek wisten we op inhoud echt het goede neer te zetten voor de stad.
We waren niet alleen bezig met mooie woorden, maar realiseerden daadwerkelijk verandering: met investeringen, prestatiecontracten en concrete impact op de juiste partijen in de stad. Hoe mooi is dat? De combinatie van ons team en de daadkracht die we hadden, vond ik echt geweldig.
Het juiste doen is vaak het moeilijkste, zeker als het gaat om sociale vraagstukken. Maar ik durf nu te zeggen dat wij als team het niet alleen begrepen, maar het ook echt deden. En dat vind ik ontzettend tof.
Welke toekomst zie je voor je voor het SIF Rotterdam?
Als je kijkt naar hoe groot de maatschappelijke vraagstukken in de stad zijn, hoop ik dat SIF Rotterdam een positie krijgt waarmee ze nog meer wordt erkend als vliegwiel voor de ondersteuning van meer Rotterdammers. De sociale ondernemers waarmee we de prestatiecontracten uitvoeren en waar we in investeren ondersteunen juist die doelgroep, die de gemeente nauwelijks bereikt. En dat zijn ontzettend veel Rotterdammers, want de gemeente bereikt helaas structureel maar 5-10% van de Rotterdammers die steun nodig hebben. En dan zorgen die sociaal ondernemers ook nog eens voor integrale ondersteuning: wat wil je als stad, als gemeente, dan nog meer? Hoe meer we juist die partijen met elkaar stutten die het dagdagelijks doen, hoe eerder we hopelijk een keer de neerwaartse trend kunnen keren.
Dus ik hoop dat SIF Rotterdam de ruimte en erkenning krijgt om een structureel verschil te maken, naast de overheid. De overheid blijft nodig, maar zonder de samenwerking met een fonds als SIF Rotterdam blijven deze vraagstukken zo groot als ze nu zijn.
Nu ga jij je volledig inzetten voor Team Toekomst, BuurTalent en je zult vast nog meer initiatieven starten waar jij van voelt dat ze nodig zijn in de stad. Waar kijk je het meeste naar uit in deze volgende fase van je carrière?
Ik kan in 2025 focus aanbrengen om de impact op onze kinderen en gezinnen te verdiepen. We zijn gegroeid qua aantallen gezinnen, maar uiteindelijk is het enige dat telt, dat de gezinnen en kinderen weer in hun kracht komen en dat we aantonen dat onze community based-aanpak effectief en blijvend is. We zijn in 2024 een uitzendbureau gestart (BuurTalent), naast Team Toekomst, en in 2025 staan de thema’s mentaal welzijn en huisvesting op de agenda. Met alle kennis die ik bij SIF Rotterdam hebben opgedaan gaan we ook op die twee leefgebieden iets goeds neerzetten voor gezinnen.
Wat zijn volgens jou de belangrijkste lessen voor anderen die impact willen maken in de stad?
Echte impact maken is het moeilijkste wat er is. Dat bedoel ik niet ontmoedigend, maar als een realistische boodschap: het vergt tijd, diepgaand begrip en doorzettingsvermogen. Te vaak denken mensen dat ze ‘even’ impact kunnen maken, maar zo werkt het niet. Zelf had ik vijf jaar nodig om te begrijpen dat Team Toekomst nodig was in Delfshaven. En SIF Rotterdam heeft ook tijd nodig gehad om begrepen te worden door bijvoorbeeld de gemeente. Gelukkig zijn er al zoveel goede initiatieven en voorbeelden om van te leren in deze stad. Sluit je aan bij bestaande partijen, leer van hun ervaring en bouw daarop voort. Of sluit je aan bij SIF Rotterdam – want bijna iedereen die daar als investment manager heeft gewerkt of stage heeft gelopen is inmiddels zelf met impact aan de slag.
Welke boodschap wil je achterlaten voor de partners, collega's, en iedereen die betrokken is bij het fonds?
Ik zeg altijd "we're just getting started”. Het zal nog zeker 10 tot 20 jaar duren voordat er blijvende verandering is gerealiseerd. We zijn er nog lang niet – wat we nu hebben neergezet, is slechts een zaadje dat net is geplant. Om écht impact te maken, moet het verder groeien, meer slagkracht krijgen en een grotere invloed kunnen uitoefenen.
Als je één wens mocht uitspreken voor de stad Rotterdam, wat zou dat zijn?
Mijn grootste wens voor Rotterdam is dat we er bij iedere Rotterdammer uithalen wat erin zit. Bij Buurtalent krijgen moeders de kans om in één keer een niveau 4-diploma te halen. Het lukt ze allemaal! We zien kinderen die weer aan leren toekomen en naschools lekker lid zijn van een club. Woorden als ‘doorverwijzen’, ‘complex’, ‘loketten’ en ‘ingewikkeld’ moeten verboden worden in het sociaal domein. Als we de menselijke maat weer gaan toepassen wordt het werk leuker, interessanter en halen we met elkaar al dat talent eruit. Zodat iedere Rotterdammer lekker vanuit zijn of haar eigen kracht weer meedoet.